NJB 2014/1968
Prejudiciële vragen. Schuldsaneringsregeling. Verlenging. HR: 1. De beslissing om de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen, kan worden genomen na het moment waarop de termijn van de schuldsaneringsregeling afloopt. 2. De verplichtingen die voor de schuldenaar voortvloeien uit de toepassing van de schuldsaneringsregeling gelden niet in de periode tussen het moment waarop de termijn van de schuldsaneringsregeling afloopt en het moment waarop onherroepelijk is beslist omtrent de verlenging van de termijn
HR 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2935
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/01512
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2935, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1764, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2014
- Wetingang
(Fw art. 349a)
Essentie
Prejudiciële vragen. Schuldsaneringsregeling. Verlenging. HR: 1. De beslissing om de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen, kan worden genomen na het moment waarop de termijn van de schuldsaneringsregeling afloopt. 2. De verplichtingen die voor de schuldenaar voortvloeien uit de toepassing van de schuldsaneringsregeling gelden niet in de periode tussen het moment waarop de termijn van de schuldsaneringsregeling afloopt en het moment waarop onherroepelijk is beslist omtrent de verlenging van de termijn
Partij(en)
Verzoekster, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Bij vonnis van 19 november 2010 is ten aanzien van verzoekster de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.