Hof Arnhem-Leeuwarden, 01-11-2017, nr. 21-002451-15
ECLI:NL:GHARL:2017:9715
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
01-11-2017
- Zaaknummer
21-002451-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2017:9715, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 01‑11‑2017; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:1153, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 01‑11‑2017
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft meermalen valse werkgeversverklaringen en salarisspecificaties opgesteld en deze door gezonden naar een hypotheek-tussenpersoon en de medeverdachten niet bestaande functies in zijn bedrijf toebedeeld. Zonder de know how van verdachte zou het voor zijn medeverdachten zeer moeilijk zijn geweest om deze strafbare feiten te plegen, hij heeft hierin aldus een onmisbare rol in gehad.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002451-15
Uitspraak d.d.: 1 november 2017
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 16 april 2015 met parketnummer 16-659801-14 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1968] ,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 18 oktober 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (voor de inhoud van de vordering zie bijlage I). Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,mr. M.J. van Essen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De raadsvrouw heeft betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging dient te worden verklaard. De raadsvrouw heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De raadsvrouw heeft zich aangesloten bij het verweer dat door de raadsman in de zaken van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is gevoerd. In grote lijnen komt het verweer erop neer, dat de heer [medeverdachte 1] in strijd met het wetboek van Strafvordering en het Convenant betreffende de persoonsgerichte aanpak binnen de regio Utrecht door het
onderzoeksteam is onderzocht. Ten aanzien van hem maar ook zijn hele kring relaties om hem heen zijn, hoe ver verwijderd ook, op buitensporige wijze en voor een buitensporige periode bevoegdheden ingezet.
Indien het onderzoeksteam onder leiding van het OM niet op deze wijze onderzoek had verricht, was men ook niet op cliënt gestuit.
In casu zijn - zo stelt de raadsvrouw - bevoegdheden ingezet op een wijze die in strijd is met het wetboek van Strafvordering. Het nadeel dat cliënt ondervindt als gevolg van het schenden van het legaliteitsbeginsel is dan ook dat er wel willekeurig en onbeperkt tegen hem is opgetreden en hij getroffen wordt in zijn rechtsbescherming tegen de strafvorderlijke overheid.
Het hof heeft in de zaak tegen medeverdachte [medeverdachte 1] het gevoerde verweer gemotiveerd verworpen op grond van de volgende overwegingen die het hof als hier herhaald en ingelast beschouwt:Volgens het politieproces-verbaal is het onderzoek op basis van het convenant en omdat er RCIE-informatie bekend was over verdachte opgestart.
De eerste onderzoekshandelingen zijn al in 2011 verricht, derhalve voor de inwerkingtreding van het convenant. Aan de verdediging kan worden toegegeven dat hetgeen in de politieprocessen-verbaal wordt gerelateerd over het convenant en het opnemen van verdachte in het ZwaCri-register, één van de lijsten die in het convenant wordt genoemd om in aanmerking te komen voor de persoonsgerichte aanpak, uiterst vaag en onvolledig en soms ook onnavolgbaar is. Niettemin verbindt het hof daar geen gevolgen aan.
De bij de Regionale Criminele Inlichtingen Eenheid (RCIE) van de politie in 2011 binnengekomen informatie is op zichzelf al voldoende om tot een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit te leiden en derhalve tot het opstarten van een onderzoek tegen verdachte [medeverdachte 1] .
Verdachten kunnen en mogen aan het convenant met betrekking tot de PGA niet het vertrouwen ontlenen dat zij niet worden vervolgd als zij niet aan de criteria van het convenant voldoen. Een PGA betekent niet dat andere aanleidingen om een onderzoek te starten moeten worden uitgesloten. Zoals reeds al opgemerkt was er RCIE-informatie aanwezig en die informatie was voldoende om een onderzoek naar verdachte op te starten. Het openbaar ministerie is derhalve ontvankelijk in de vervolging.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 30 juni 2005 te Utrecht, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 1] te Utrecht (p. 277), en/of
- een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2]
(p. 279)
- (telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)
op voornoemde werkgeversverklaring van [bedrijf 1] vermeld of doen vermelden dat
- [medeverdachte 1] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 1] is aangesteld in vaste dienst, en/of
- het bruto jaarsalaris van EUR 33.000,- (en vakantiegeld van EUR 2.640,- en vaste
13e maand van EUR 2.750,-) bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld, en/of
op voornoemde werkgeversverklaring van [bedrijf 2] vermeld of doen vermelden dat
- [medeverdachte 1] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 1] is aangesteld in vaste dienst, en/of
- het bruto jaarsalaris van EUR 16.800,- (en vakantiegeld van EUR 1.344,-)
bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 30 juni 2005 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e)
- werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 1] te Utrecht
(p. 277), en/of
- werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2]
(p. 279), - (telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, (telkens) bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), voornoemde werkgeversverklaring(en) heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken aan en/of overgelegd en/of doen overleggen aan [bedrijf 3] , en (telkens) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de in voornoemde werkgeversverklaring(en) genoemde [medeverdachte 1] niet werkzaam was voor en/of in dienst was van voornoemde [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] zoals (telkens) aangegeven op voornoemde werkgeversverklaring(en);
2:hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 augustus 2005 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2]
(p. 282) - (telkens) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven) op voornoemde werkgeversverklaring vermeld of doen vermelden dat:
- [medeverdachte 1] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 1] is aangesteld in vaste dienst, en/of - het bruto jaarsalaris van
EUR 28.800,- (en vakantiegeld van EUR 2.304,-) bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 augustus 2005 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e) werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2] (p. 282) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, (telkens) bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), voornoemde werkgeversverklaring heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken aan en/of overgelegd en/of doen overleggen aan de [naam bank] , en (telkens) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de in voornoemde werkgeversverklaring genoemde [medeverdachte 1] niet werkzaam was voor en/of in dienst was van voornoemd [bedrijf 2] zoals aangegeven op voornoemde werkgeversverklaring;
3:hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2006 tot en met 31 mei 2006 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2]
(p. 285) (telkens) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven) op voornoemde werkgeversverklaring vermeld of doen vermelden dat:
- [medeverdachte 1] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 1] is aangesteld in vaste dienst, en/of
- in/met als functie van projectleider, en/of
- het bruto jaarsalaris van EUR 45.000,- (en vakantietoeslag van EUR 3.600,- en/of
vaste 13e maand EUR 3.750) bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2006 tot en met 31 mei 2006 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e) werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2] (p. 285), - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, (telkens) bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), voornoemde werkgeversverklaring heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken aan en/of overgelegd en/of doen overleggen aan de [bedrijf 4] BV, en (telkens) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de in voornoemde werkgeversverklaring genoemde [medeverdachte 1] niet werkzaam was voor en/of in dienst was van voornoemd [bedrijf 2] zoals aangegeven op voornoemde werkgeversverklaring;
4:hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 1] te Utrecht (pagina 318) - (telkens) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven) op voornoemde werkgeversverklaring van [bedrijf 1] vermeld of doen vermelden dat
- [medeverdachte 2] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 2] is aangesteld in vaste dienst, en/of
- het bruto jaarsalaris van EUR 42.000,- (en vakantietoeslag van EUR 3.640,- en
vaste 13e maand van EUR 3.500,-) bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e) werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 1] te Utrecht (p. 318) - (telkens) zijnde (een) geschrift)(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, (telkens) bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) voornoemde werkgeversverklaring heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken aan en/of overgelegd en/of doen overleggen aan de [bedrijf 5] , en (telkens) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de in voornoemde werkgeversverklaring genoemde [medeverdachte 2] niet werkzaam was voor en/of in dienst was van voornoemde [bedrijf 1] zoals aangegeven op voornoemde werkgeversverklaring.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs van het onder 4 tenlastegelegde
Mevrouw [medeverdachte 2] heeft verklaard dat zij in de periode van januari 2011 tot juni 2011 bij verdachte heeft gewerkt, maar weet niet meer hoe dat bedrijf heette.
Zij was werkzaam als administratief medewerker en verklaarde over haar functie: "Ik moest de boekhouding invoeren en zulk soort klusjes (...). Ik heb de Mavo gedaan, maar niet afgemaakt. Ik heb geen vervolgopleiding gedaan. Ik had geen diploma 's voor het werk bij [verdachte] ".
Mevrouw [medeverdachte 2] verklaarde voorts dat zij daar sinds begin januari 2011 werkzaam was en 38 uur per week werkte. Toen zij daar werkte waren er nog drie andere mensen werkzaam die dezelfde werkzaamheden deden als verdachte.
Voorts heeft zij verklaard dat zijzelf ontslag heeft genomen omdat zij overspannen geworden was.
Verdachte verklaarde over dit dienstverband dat mevrouw [medeverdachte 2] veel thuis werkte en dat hij de administratie bracht die mevrouw [medeverdachte 2] moest verwerken. Zij werkte fulltime in de functie van administratief medewerker en deed met name het inboeken.
Op de vraag waarom verdachte iemand, blijkens de werkgeversverklaring in vaste dienst
aanneemt als office manager die niet in het bezit is van enig diploma, verklaarde hij
als volgt: " Omdat zij in het verleden een leidinggevende functie heeft gehad in
verschillende andere bedrijven en ik haar al wat langer kende, vond ik dat ik dat kon doen
(...). De functie van office manager houdt in personeel begeleiden, aansturen als ze er
was".Voorts heeft verdachte ter terechtzitting van het hof verklaard dat mevrouw [medeverdachte 2] ontslag heeft genomen omdat haar zoontje suikerziekte heeft en zij meer tijd nodig had om voor hem te kunnen zorgen.
De getuige [getuige] verklaarde dat zij in de periode van april 2011 tot januari 2012
als stagiaire bij [bedrijf 1] werkzaam was voor 32 uur per week. De administratie
van het kantoor [bedrijf 1] werd door verdachte zelf geregeld. In de periode dat deze getuige hier stage liep waren er geen mensen die thuiswerkten.
Na het tonen van een foto van mevrouw [medeverdachte 2] verklaarde de getuige dat zij deze vrouw nooit eerder had gezien en niet als collega te hebben gehad bij [bedrijf 1] . Ook de naam [medeverdachte 2] zegt haar niets.
Het hof stelt vast dat de verklaringen van verdachte en mevrouw [medeverdachte 2] op alle cruciale punten, zoals de aard van het dienstverband en de verrichte werkzaamheden, zodanig uiteenlopen dat het hof het volstrekt ongeloofwaardig acht dat het door verdachte en [medeverdachte 2] gestelde dienstverband daadwerkelijk heeft bestaan. Daarnaast is [medeverdachte 2] ook niet herkend als collega door een toen aldaar werkzame getuige en zegt zelfs de naam deze getuige niets.
Uit het bovenstaande vloeit voort dat het hof van oordeel is dat de in de bewezenverklaring genoemde werkgeversverklaring valselijk is opgemaakt, nu ten aanzien van dat stuk geldt dat de daarin opgenomen gegevens met betrekking tot het dienstverband en het daarin genoemde salaris niet overeenkomstig de werkelijkheid zijn.
Het hof is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte degene is die de werkgeversverklaring valselijk en in strijd met de waarheid heeft opgesteld.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1: hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 30 juni 2005 te Utrecht, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 1] te Utrecht (p. 277), en/of
- een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2]
(p. 279)
- (telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)
op voornoemde werkgeversverklaring van [bedrijf 1] vermeld of doen vermelden dat
- [medeverdachte 1] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 1] is aangesteld in vaste dienst, en/of
- het bruto jaarsalaris van EUR 33.000,- (en vakantiegeld van EUR 2.640,- en vaste
13e maand van EUR 2.750,-) bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld, en/of
op voornoemde werkgeversverklaring van [bedrijf 2] vermeld of doen vermelden dat
- [medeverdachte 1] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 1] is aangesteld in vaste dienst, en/of
- het bruto jaarsalaris van EUR 16.800,- (en vakantiegeld van EUR 1.344,-)
bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 30 juni 2005 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e)
- werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 1] te Utrecht
(p. 277), en/of
- werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2]
(p. 279), - (telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, (telkens) bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), voornoemde werkgeversverklaring(en) heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken aan en/of overgelegd en/of doen overleggen aan [bedrijf 3] , en (telkens) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de in voornoemde werkgeversverklaring(en) genoemde [medeverdachte 1] niet werkzaam was voor en/of in dienst was van voornoemde [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] zoals (telkens) aangegeven op voornoemde werkgeversverklaring(en); 2:hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 augustus 2005 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2]
(p. 282) - (telkens) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven) op voornoemde werkgeversverklaring vermeld of doen vermelden dat:
- [medeverdachte 1] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 1] is aangesteld in vaste dienst, en/of- het bruto jaarsalaris van EUR 28.800,- (en vakantiegeld van EUR 2.304,-)
bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 augustus 2005 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e) werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2] (p. 282) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, (telkens) bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), voornoemde werkgeversverklaring heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken aan en/of overgelegd en/of doen overleggen aan de [naam bank] , en (telkens) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de in voornoemde werkgeversverklaring genoemde [medeverdachte 1] niet werkzaam was voor en/of in dienst was van voornoemd [bedrijf 2] zoals aangegeven op voornoemde werkgeversverklaring;
3: hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2006 tot en met 31 mei 2006 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2]
(p. 285) (telkens) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven) op voornoemde werkgeversverklaring vermeld of doen vermelden dat:
- [medeverdachte 1] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 1] is aangesteld in vaste dienst, en/of
- in/met als functie van projectleider, en/of
- het bruto jaarsalaris van EUR 45.000,- (en vakantietoeslag van EUR 3.600,- en/of
vaste 13e maand EUR 3.750) bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2006 tot en met 31 mei 2006 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e) werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 2] (p. 285), - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, (telkens) bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), voornoemde werkgeversverklaring heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken aan en/of overgelegd en/of doen overleggen aan de [bedrijf 4] BV, en (telkens) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de in voornoemde werkgeversverklaring genoemde [medeverdachte 1] niet werkzaam was voor en/of in dienst was van voornoemd [bedrijf 2] zoals aangegeven op voornoemde werkgeversverklaring;
4: hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 1] te Utrecht (pagina 318) - (telkens) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of haar mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven) op voornoemde werkgeversverklaring van [bedrijf 1] vermeld of doen vermelden dat
- [medeverdachte 2] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, en/of
- [medeverdachte 2] is aangesteld in vaste dienst, en/of
- het bruto jaarsalaris van EUR 42.000,- (en vakantietoeslag van EUR 3.640,- en
vaste 13e maand van EUR 3.500,-) bedraagt, en/of
- door ondertekening van die verklaring verklaard of doen verklaren dat die verklaring volledig naar waarheid was ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011 te Utrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e) werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf 1] te Utrecht (p. 318) - (telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, (telkens) bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) voornoemde werkgeversverklaring heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken aan en/of overgelegd en/of doen overleggen aan de [bedrijf 5] , en (telkens) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de in voornoemde werkgeversverklaring genoemde [medeverdachte 2] niet werkzaam was voor en/of in dienst was van voornoemde [bedrijf 1] zoals aangegeven op voornoemde werkgeversverklaring.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Het onder 2, 3 en 4 bewezen verklaarde levert op:
telkens: valsheid in geschrift.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte zich tot vijfmaal toe schuldig het gemaakt aan valsheid in geschrift door werkgeversverklaringen in strijd met de werkelijkheid op te maken, welke werkgeversverklaringen door anderen aan een hypotheekaanbieder werden verstrekt teneinde een woning(en) te financieren.
Hypothecaire geldleningen spelen een belangrijke rol in het economische verkeer. In alle gevallen gaat het om korter of langer durende financiële verplichtingen die worden aangegaan tussen banken en (natuurlijke) personen. Dit handelen tast het vertrouwen aan dat verstrekkers van hypothecaire leningen moeten kunnen stellen in de aan hen verstrekte stukken en kan leiden tot grote financiële schade. Meer in het algemeen kan het vertrouwen worden geschaad dat in het maatschappelijk verkeer gesteld moet kunnen worden in documenten die strekken tot het bewijs van de daarin vermelde feiten.
Van verdachte, zelf eigenaar van een administratiekantoor en werkzaam als hypoheekbemiddelaar, had bij uitstek een integere instelling mogen worden verwacht. Hij heeft een faciliterende rol gespeeld door de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] niet bestaande functies binnen zijn eigen bedrijf toe te kennen. Het hof neemt dit verdachte zeer kwalijk.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat de aard en ernst van het bewezen verklaarde door het opleggen van een geheel voorwaardelijke vrijheidsstraf met daarnaast een werkstraf, zoals door de verdediging is voorgesteld, miskend zouden worden. Het hof acht in beginsel het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar passend en geboden. Waarbij het voorwaardelijk deel verdachte, mede gelet op het feit dat hij nog steeds eigenaar is van het administratiekantoor, ervan moet weerhouden opnieuw dergelijke strafbare feiten te plegen.
De redelijke termijn vangt aan met de eerste handeling waaraan verdachte in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat het openbaar ministerie tegen hem een strafvervolging zou instellen, in dit geval het moment dat verdachte voor het eerst werd gehoord, te weten op 25 september 2013. De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht heeft op 16 april 2015 vonnis gewezen. Het hof constateert dat de redelijke termijn in eerste aanleg niet is overschreden.
Verdachte heeft op 21 april 2015 tegen het vonnis van de rechtbank hoger beroep ingesteld. Het dossier is op 7 mei 2015 bij het hof binnengekomen. Het hof wijst op 1 november 2017 arrest. In hoger beroep is weliswaar de redelijke termijn overschreden, maar over de gehele procedure, mede gelet op de aard van de zaak, betreft het een relatief kleine overschrijding van de redelijke termijn. Het hof laat het slechts bij de constatering dat de redelijke termijn in de gehele procedure met iets meer dan een maand is overschreden en zal het aan die overschrijding geen rechtsgevolg verbinden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. R. de Groot, voorzitter,
mr. G. Dam en mr. T.M.L. Wolters, raadsheren,
in tegenwoordigheid van B.J. Berendsen, griffier,
en op 1 november 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 1 november 2017.
Tegenwoordig:
mr. T.M.L. Wolters, voorzitter,
mr. drs. I.E.W. Gonzales, advocaat-generaal,
mr. M. Nijhuis, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.