Einde inhoudsopgave
Wet aansprakelijkheid kernongevallen
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
30-10-2008, Stb. 2008, 509 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31119)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-2021, Stb. 2021, 421 (uitgifte: 08-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Milieurecht / Energie
1.
Voor zover de uit de financiële zekerheid, bedoeld in artikel 10, onder (a), van het Verdrag van Parijs beschikbaar komende middelen ontoereikend zijn voor vergoeding van schade, waarvoor de exploitant van een in Nederland gelegen kerninstallatie aansprakelijk is, stelt de Staat aan die exploitant openbare middelen beschikbaar tot het bedrag van zijn aansprakelijkheid.
2.
Voor zover het ontbreken van de financiële zekerheid, bedoeld in het eerste lid, aan schuld van de exploitant te wijten is, heeft de Staat voor de in verband daarmede door hem beschikbaar gestelde middelen recht van verhaal op de exploitant.
3.
Tot het bedrag, dat de Staat ingevolge het eerste lid uit de openbare middelen aan de exploitant beschikbaar heeft gesteld, heeft hij het recht van verhaal van de exploitant, bedoeld in artikel 6, onder (f), van het Verdrag van Parijs. Bij de uitoefening van dit recht heeft de Staat voorrang boven de verzekeraars of andere personen, die financiële zekerheid als bedoeld in artikel 10, onder (a), van het Verdrag van Parijs, hebben gesteld.