RBP 2014/96
Verschoonbare termijnoverschrijding. Mag een niet-verschenen mede-gedaagde die geen kennis had van de zaak na afloop van de appeltermijn alsnog hoger beroep instellen tegen een vonnis op tegenspraak?
HR 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2894
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04377
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS919639:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2894, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
Verschoonbare termijnoverschrijding. Appeltermijn. Meerdere gedaagden. Verstek. Vonnis op tegenspraak.
Mag een niet-verschenen mede-gedaagde die geen kennis had van de zaak na afloop van de appeltermijn alsnog hoger beroep instellen tegen een vonnis op tegenspraak?
Samenvatting
In eerste aanleg waren er twee gedaagden. Een daarvan, eiser tot cassatie, is niet verschenen. Hij wist niet van de procedure: de dagvaarding was uitgebracht aan een adres dat verkeerd in de GBA stond. Zijn mede-gedaagde is wel verschenen. Aldus volgde een procedure op tegenspraak. De rechtbank veroordeelde hen hoofdelijk om een aanzienlijk bedrag te betalen. De mede-gedaagde is niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.