NJB 2018/13
Verzoek tot horen CIE-informant als getuige van het geweldsincident op de grond dat de door hem gegeven informatie potentieel ontlastend is voor de verdachte: in casu is de afwijzing van dit verzoek door het hof niet begrijpelijk, mede in aanmerking genomen de inhoud van de van de informant ingekomen informatie – erop neerkomend dat een ander dan de verdachte zich aan zware mishandeling heeft schuldig gemaakt – en voorts hetgeen door de verdediging aan dat verzoek ten grondslag is gelegd
HR 05-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3060
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 december 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/03130
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3060, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1303, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑10‑2016
- Wetingang
(art. 288 Sv)
Essentie
Verzoek tot horen CIE-informant als getuige van het geweldsincident op de grond dat de door hem gegeven informatie potentieel ontlastend is voor de verdachte: in casu is de afwijzing van dit verzoek door het hof niet begrijpelijk, mede in aanmerking genomen de inhoud van de van de informant ingekomen informatie – erop neerkomend dat een ander dan de verdachte zich aan zware mishandeling heeft schuldig gemaakt – en voorts hetgeen door de verdediging aan dat verzoek ten grondslag is gelegd
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – medeplegen van zware mishandeling.
Het middel behelst onder meer de klacht dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.