Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 1037 [Plaats van arbitrage]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
02-06-2014, Stb. 2014, 200 (uitgifte: 11-06-2014, kamerstukken: 33611)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2014, Stb. 2014, 254 (uitgifte: 09-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
1.
De plaats van arbitrage wordt door de partijen bij overeenkomst bepaald en bij gebreke daarvan door het scheidsgerecht. Door de bepaling van de plaats van arbitrage is tevens de plaats van de uitspraak vastgesteld.
2.
Indien de plaats van arbitrage noch door de partijen noch door het scheidsgerecht is bepaald, geldt de plaats van de uitspraak, door het scheidsgerecht in het vonnis vermeld, als plaats van arbitrage.
3.
Het scheidsgerecht kan zitting houden, beraadslagen, getuigen en deskundigen horen op elke andere plaats, in of buiten Nederland, die het daartoe geschikt acht, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Het scheidsgerecht is bevoegd om een van zijn leden aan te wijzen om de zitting als bedoeld in de vorige zin te houden, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen.