Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 1045a [Vrijwaring]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
02-06-2014, Stb. 2014, 200 (uitgifte: 11-06-2014, kamerstukken: 33611)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2014, Stb. 2014, 254 (uitgifte: 09-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
1.
Op schriftelijk verzoek van een partij kan het scheidsgerecht deze toestaan een derde schriftelijk in vrijwaring op te roepen, mits tussen de belanghebbende partij en de derde dezelfde arbitrageovereenkomst geldt of van kracht wordt als tussen de oorspronkelijke partijen.
2.
De oproep wordt ten spoedigste in afschrift gezonden aan het scheidsgerecht en aan de wederpartij.
3.
Het scheidsgerecht stelt de partijen en de derde in de gelegenheid hun mening kenbaar te maken.
4.
Het scheidsgerecht laat de vrijwaring niet toe indien het scheidsgerecht het op voorhand onaannemelijk acht dat de derde verplicht zal zijn de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling van de belanghebbende partij te dragen dan wel van oordeel is dat door een vrijwaringsprocedure onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten valt.
5.
Na de toelating van een vrijwaring regelt het scheidsgerecht de verdere gang van het geding, tenzij de partijen daarin bij overeenkomst hebben voorzien.