RCR 2018/105
Opdracht. Opdrachtnemer behoudt zelf geldbedragen die bestemd waren voor een derde. Schade van opdrachtgever? Op wie rust de bewijslast van (niet-)afdragen?
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1776
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03571
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930049:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1776, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:619, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Overeenkomst van opdracht. Tekortkoming. Schade. Causaal verband. Bewijslast.
Opdrachtnemer behoudt zelf geldbedragen die bestemd waren voor een derde. Causaal verband. Schade van opdrachtgever? Op wie rust de bewijslast van (niet-)afdragen?
Samenvatting
Eiseres heeft geld ter beschikking gesteld aan verweerder met het doel dat verweerder dit zou doorgeleiden aan een kennis van beiden. De kennis zou met dit geld een aan hem toekomende erfenis in Irak veilig willen stellen en te gelde maken, waarna eiseres haar geld (met winst) terug zou krijgen. Het liep anders. Eiseres vordert betaling van verweerder van € 85.000. De rechtbank oordeelde dat verweerder het geld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.