FED 2019/84
Unierechtelijk verdedigingsbeginsel noopt niet tot horen als belanghebbende zijn standpunt schriftelijk heeft kunnen toelichten
HR 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:393, m.nt. G.C.D. Grauss
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Hilten
- Zaaknummer
18/01157
- Noot
G.C.D. Grauss
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54012:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2019
ECLI:NL:HR:2019:393, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2019
- Wetingang
Art. 110 VWEU
Essentie
Unierechtelijk verdedigingsbeginsel noopt niet tot horen als belanghebbende zijn standpunt schriftelijk heeft kunnen toelichten
Samenvatting
Belanghebbende stelt beroep in cassatie in tegen de uitspraak van het hof inzake een naheffingsaanslag bpm. In cassatie neemt belanghebbende het standpunt in dat het verdedigingsbeginsel met zich brengt dat hij voorafgaand aan het opleggen van een naheffingsaanslag had moeten worden gehoord. Onder verwijzing naar rechtspraak van het HvJ EU overweegt de Hoge Raad dat het recht om te worden ‘gehoord’ voordat een voor de belastingplichtige nadelig besluit wordt genomen, inhoudt dat de betrokkene de gelegenheid wordt geboden zijn standpunt over een voorgenomen bezwarend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.