Einde inhoudsopgave
Wet voorkoming misbruik chemicaliën
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2018
- Bronpublicatie:
12-10-2018, Stb. 2018, 373 (uitgifte: 31-10-2018, kamerstukken: 34848)
- Inwerkingtreding
01-11-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2018, Stb. 2018, 373 (uitgifte: 31-10-2018, kamerstukken: 34848)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
1.
Het besluit op een aanvraag van een vergunning of een registratie, een speciale vergunning of een speciale registratie, als bedoeld in Verordening nr. 273/2004 en Verordening nr. 111/2005, dan wel het besluit tot schorsing of intrekking van een vergunning of registratie, een speciale vergunning of een speciale registratie, wordt genomen door Onze Minister.
2.
Voor zover Verordening nr. 273/2004, Verordening nr. 111/2005, Uitvoeringsverordening of de Gedelegeerde Verordening uitdrukkelijk een grondslag geeft voor het stellen van voorschriften door de lidstaten kunnen bij regeling van Onze Minister uitvoeringsregels van ondergeschikte aard worden gesteld.
3.
Bij regeling van Onze Minister kan worden bepaald dat voor de behandeling van een aanvraag om een vergunning of een registratie als bedoeld in het eerste lid een kostendekkende vergoeding is verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding kan per categorie van vergunningen, registraties of precursoren verschillend worden vastgesteld.