NJB 2011, 872
Als er op grond van feiten en omstandigheden een ernstig vermoeden bestaat dat een (groot) geldbedrag afkomstig is van witwassen, mag van een verdachte worden verlangd dat hij een deugdelijke verklaring geeft voor de herkomst van dat geldbedrag
HR 29-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO2628
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2011
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Ilsink, Splinter-van Kan, Sterk en Loth
- Zaaknummer
09/00747
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BO2628
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO2628, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO2628, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2010
- Wetingang
Sr art. 420bis
Essentie
Als er op grond van feiten en omstandigheden een ernstig vermoeden bestaat dat een (groot) geldbedrag afkomstig is van witwassen, mag van een verdachte worden verlangd dat hij een deugdelijke verklaring geeft voor de herkomst van dat geldbedrag
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden waarvan 16 maanden voorwaardelijk wegens (1) opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven. meermalen gepleegd en (2) een gewoonte maken van witwassen.
Onder 2 primair is ten laste van de verdachte bewezenverklaard ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.