Einde inhoudsopgave
Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945
Artikel 1a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
17-12-1997, Stb. 1997, 660 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25407)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-1997, Stb. 1997, 746 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de toepassing van deze wet wordt gelijkgesteld met:
- a.
huwelijk: het geregistreerd partnerschap;
- b.
gehuwd: als partner geregistreerd;
- c.
echtgenoot of echtpaar: de geregistreerde partner of het geregistreerde paar;
- d.
weduwe of weduwnaar: de achtergebleven partij bij het geregistreerd partnerschap;
2.
In deze wet en de daarop rustende bepalingen:
- a.
worden als gehuwd of als echtgenoot aangemerkt, ongehuwde personen van verschillend of gelijk geslacht, die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren, tenzij het betreft personen tussen wie bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat;
- b.
wordt als ongehuwd mede aangemerkt degenen die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.
3.
Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in het tweede lid kan slechts sprake zijn indien twee personen gezamenlijk voorzien in huisvesting en bovendien beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien. Onze Minister kan nadere regels stellen voor de toepassing van de eerste volzin.