Einde inhoudsopgave
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 29 Voorschriften
Geldend
Geldend vanaf 26-11-2011
- Bronpublicatie:
24-03-2011, Stb. 2011, 235 (uitgifte: 24-05-2011, kamerstukken: 32372)
- Inwerkingtreding
26-11-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2011, Stb. 2011, 549 (uitgifte: 25-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter uitvoering van artikel 13, tweede lid, van richtlijn 2009/128/EG regels worden gesteld voor de toelating of het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik, teneinde gevaarlijke situaties te vermijden. Deze regels kunnen onder meer betrekking hebben op:
- a.
de mate van toxiciteit van het gewasbeschermingsmiddel;
- b.
gebruiksklare formuleringen;
- c.
beperkingen aan het formaat van de verpakking.
2.
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de aanpassing van het etiket van een gewasbeschermingsmiddel nadat de gevaarsclassificatie van een gewasbeschermingsmiddel is gewijzigd, overeenkomstig artikel 31, tweede lid, van verordening (EG) 1107/2009.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter uitvoering van artikel 31, tweede en vierde lid, van verordening (EG) 1107/2009 regels worden gesteld over de door het college bij de toelating te stellen voorschriften, waaronder in ieder geval bij gebruik van het gewasbeschermingsmiddel in acht te nemen herbetredingstermijnen, voorzorgsmaatregelen en veiligheidsadviezen ter bescherming van de gebruiker of andere personen, die tijdens of na het gebruik met het gewasbeschermingsmiddel zelf of een daarmee behandeld product of materiaal in aanraking kunnen komen.
4.
De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.