RvdW 2019/30
Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ten aanzien van identificatie verdachte door aangever en diens vriendin door middel van enkelvoudige fotoconfrontatie. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 17/03277.
HR 04-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2251
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/04673
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2251, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1353, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2018
Essentie
Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ten aanzien van identificatie verdachte door aangever en diens vriendin door middel van enkelvoudige fotoconfrontatie. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 17/03277.
Partij(en)
4 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/04673
CeH/AGE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 20 september 2017, nummer 22/002672-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. De verdachte is bij arrest van 20 september 2017 door het hof Den Haag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.