RVR 2017/51
Erfpacht. Moet de rechter ambtshalve toetsen aan de EU-regels over oneerlijke bedingen als een rechtspersoon zich daarop beroept?
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:559
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/05473
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- JCDI
JCDI:ADS926328:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
Vermogensrecht / Europees vermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:559, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:72, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2017
- Wetingang
Art. 6:233 onderdeel a, 6:238 lid 2 BW; Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Erfpacht. Uitleg. Consumentenrecht.
Hoe moet een erfpachtakte worden uitgelegd bij de wijziging van een canon? Moet de rechter ambtshalve toetsen aan de EU-regels over oneerlijke bedingen als een rechtspersoon zich daarop beroept?
Samenvatting
De Staat (Rijkswaterstaat) heeft in 2000 een perceel grond op Texel in erfpacht uitgegeven aan de rechtsvoorganger van de erfpachter. Daarbij zijn de standaard erfpachtvoorwaarden van Rijkswaterstaat van toepassing verklaard. De aanvangscanon bedroeg € 3.525. Op basis van de erfpachtvoorwaarden heeft Rijkswaterstaat drie deskundigen benoemd die een advies hebben uitgebracht tot verhoging van de canon. Daarop is de canon per 1 april 2005 herzien en vastgesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.