RvdW 2021/1044
Goederenrecht. Openbare registers. Tenietgaan erfdienstbaarheid door vermenging (art. 3:81 BW); inschrijfbaar feit (art. 3:17 BW)? Aan verkrijger heersende erf tegenwerpelijke feiten (art. 3:24 BW).
HR 29-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1617
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/03101
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1617, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:438, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑04‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑11‑2020
- Wetingang
Samenvatting
Het tenietgaan van de erfdienstbaarheid door vermenging behoort niet tot de feiten die op grond van art. 3:17 BW in de openbare registers kunnen worden ingeschreven.
In het kader van art. 3:24 BW is niet slechts van belang of feiten zouden zijn gekend bij een onderzoek in de openbare registers met betrekking tot het heersende erf. Een erfdienstbaarheid is een beperkt recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.