Verordening (EG) Nr. 2252/2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2009
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging van deze wijziging is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2009, L 188).
- Bronpublicatie:
06-05-2009, PbEU 2009, L 142 (uitgifte: 06-06-2009, regelingnummer: 444/2009)
- Inwerkingtreding
26-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2009, PbEU 2009, L 142 (uitgifte: 06-06-2009, regelingnummer: 444/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
Door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten voldoen aan de in de bijlage vervatte minimumveiligheidsnormen.
Zij worden verstrekt als individuele documenten.
De Commissie dient uiterlijk op 26 juni 2012 een verslag in over de voorschriften voor kinderen die alleen of onder begeleiding reizen en daarbij de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden, en stelt indien nodig passende initiatieven voor ter waarborging van een gemeenschappelijke aanpak met betrekking tot de regels inzake de bescherming van kinderen die de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden.
2.
Deze paspoorten en reisdocumenten bevatten een opslagmedium dat aan de hoogste veiligheidseisen voldoet en een gezichtsopname bevat. De lidstaten nemen ook twee platte vingerafdrukken in een interoperabel formaat op. De gegevens worden beveiligd en het opslagmedium heeft voldoende capaciteit en is voldoende geschikt om de integriteit, de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen.
2 bis.
De volgende personen zijn vrijgesteld van de verplichte afname van vingerafdrukken:
- a)
kinderen jonger dan twaalf jaar. De leeftijdsgrens van twaalf jaar is voorlopig.
In het verslag bedoeld in artikel 5 bis, wordt een evaluatie van de leeftijdsgrens opgenomen, zo nodig vergezeld van een voorstel tot wijziging daarvan.
Onverminderd de gevolgen van de toepassing van artikel 5 bis, kunnen lidstaten waarvan de nationale wetgeving, aangenomen voor 26 juni 2009, in een lagere leeftijdsgrens dan twaalf jaar voorziet, deze lagere leeftijdsgrens toepassen gedurende een overgangsperiode van vier jaar, te rekenen vanaf 26 juni 2009. De tijdens de overgangsperiode gehanteerde leeftijdsgrens mag echter niet lager zijn dan zes jaar;
- b)
personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is.
2 ter.
Wanneer het nemen van een afdruk van de aangewezen vingers tijdelijk onmogelijk is, staan de lidstaten toe dat afdrukken van andere vingers worden genomen. Indien het nemen van afdrukken van de andere vingers ook tijdelijk onmogelijk is, kunnen zij een tijdelijk paspoort afgeven met een geldigheidsduur van twaalf maanden of minder.
3.
Deze verordening is van toepassing op door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten. Zij is niet van toepassing op door de lidstaten aan hun onderdanen afgegeven identiteitskaarten of op tijdelijke paspoorten en reisdocumenten die een geldigheidsduur van 12 maanden of minder hebben.