Einde inhoudsopgave
Wet kinderbijslagvoorziening BES
Artikel 23 Bestuurlijke boete
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
09-12-2015, Stb. 2015, 507 (uitgifte: 18-12-2015, kamerstukken: 34275)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2015, Stb. 2015, 508 (uitgifte: 18-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderbijslag
Jeugdbeleid (V)
1.
Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste het benadelingsbedrag wegens het niet of niet behoorlijk nakomen door de rechthebbende, dan wel degene die in aanmerking wenst te komen voor kinderbijslag BES, van de verplichting, bedoeld in artikel 14.
2.
In dit artikel wordt onder benadelingsbedrag verstaan het brutobedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 14, ten onrechte of tot een te hoog bedrag aan kinderbijslag BES is verleend.
3.
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen door de rechthebbende, dan wel degene die in aanmerking wenst te komen voor kinderbijslag BES, van de verplichting, bedoeld in artikel 14, niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag, kan Onze Minister een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste het bedrag van de tweede categorie, bedoeld in artikel 27, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht BES.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden over de tenuitvoerlegging van de bestuurlijke boete, alsmede de verrekening van deze bestuurlijke boete.