BR 2012/41
Huurder belanghebbende bij tracébesluit; voor niet-substantiële wijzingen aan het project hoeft geen nieuw MER te worden opgesteld; definitie bijkomende infrastructurele werken; wijze waarop projectkenmerken in NSL moeten worden opgenomen; verhouding tussen art. 1.9 Chw en Nb-wet 1998 en Monw 1998.
ABRvS 04-01-2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV0106, m.nt. W.J. Bosma
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 januari 2012
- Magistraten
Mrs. P.J.J. van Buuren, W.D.M. van Diepenbeek en J.C. Kranenburg
- Zaaknummer
201104518/1/R4
201111577/1/R4
- Noot
W.J. Bosma
- LJN
BV0106
- JCDI
JCDI:ADS910777:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2012:BV0106, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑01‑2012
- Wetingang
Essentie
Huurder belanghebbende bij tracébesluit; voor niet-substantiële wijzingen aan het project hoeft geen nieuw MER te worden opgesteld; definitie bijkomende infrastructurele werken; wijze waarop projectkenmerken in NSL moeten worden opgenomen; verhouding tussen art. 1.9 Chw en Nb-wet 1998 en Monw 1998.
Samenvatting
Art. 1:2 lid 1 Awb vereist dat een rechtstreeks verband bestaat tussen het besluit en de belangenaantasting. Huurster ondervindt de (milieu)gevolgen vanwege het tracébesluit en dient daarom in dit geding als belanghebbende als bedoeld in art. 1:2 lid 1 Awb te worden aangemerkt.
Ingevolge art. 7.27 lid 2 Wm ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.