RBP 2021/88
Pseudo-exequatur. Hoe verhouden de uitputtingsregel en niet-ontvankelijkverklaring door het EHRM zich tot de Gazprombankcriteria?
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1170
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/00819
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- JCDI
JCDI:ADS491312:1
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1170, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:102, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Pseudo-exequatur. Eerlijk proces. Motiveringsverplichting.
Hoe verhouden de uitputtingsregel en niet-ontvankelijkverklaring door het EHRM zich tot de Gazprombankcriteria?
Samenvatting
Feiten:
De Italiaanse vennootschappen BEG en Enel beoogden samen een waterkrachtcentrale in Albanië te realiseren. De bedoeling was om daar groene stroom op te wekken die Enel in Italië zou gaan verkopen. Voor de feitelijke exploitatie van de centrale moest een werkmaatschappij worden opgericht waarvan BEG en Enel de aandelen zouden houden. Na onenigheid tussen BEG en Enel heeft Enel zich uit het project teruggetrokken. Een arbitrageprocedure waarin BEG om deze reden van Enel schadevergoeding heeft gevorderd is op niets uitgelopen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.