JOW 2008, 23
wederrechtelijk verkregen voordeel
HR 02-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA5825
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01703/06 P
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BA5825
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA5825, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA5825, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑10‑2006
- Wetingang
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel
Samenvatting
Het Hof heeft geoordeeld dat het OM ontvankelijk is in zijn ontnemingsvordering en heeft tot uitdrukking gebracht dat het recht tot strafvordering tegen betrokkene niet aan het OM is komen te ontvallen omdat de strafvervolging is aangevangen ruim vóór de datum waarop volgens opgave van de Kamer van Koophandel betrokkene is ontbonden.
Dat oordeel is juist en niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat de vordering van de ovj tot het verlenen van een sfo-machtiging en de machtiging van de RC beiden gedateerd zijn bijna drie jaar vóór de datum van ontbinding. Aan dat oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.