RO 2011/29
Bestuurdersaanprakelijkheid. Op welk tijdstip is sprake van betalingsonmacht als bedoeld in art. 36 Iw 1990?
HR 04-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2998
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2011
- Magistraten
Mrs. D.G. van Vliet, P. Lourens, A.R. Leemreis, P.M.F. van Loon, M.A. Fierstra
- Zaaknummer
10/01660
- LJN
BP2998
- JCDI
JCDI:ADS883742:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2998, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2011
- Wetingang
Iw 1990 art. 36
Essentie
Bestuurdersaanprakelijkheid.
Op welk tijdstip is sprake van betalingsonmacht als bedoeld in art. 36 Iw 1990?
Samenvatting
X is van 2002 tot december 2006 bestuurder geweest van A B.V., dat in augustus 2007 failliet gaat. In april 2007 en januari 2008 zijn aan A B.V. naheffingsaanslagen opgelegd, beiden over de periode dat X bestuurder was. De eerste aanslag betrof belastingen en premies die A B.V. meer verschuldigd was dan A B.V. over dat tijdvak (2004) had aangegeven. De tweede aanslag had betrekking op wel aangegeven maar niet afgedragen belasting in de zomer van 2006. De ontvanger stelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.