BNB 2013/124
Gezamenlijke huishouding. Wederzijdse zorg. Aard van de relatie waaruit die zorg voortvloeit niet van belang
HR 12-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ6828
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2013
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Feteris, Koopman, Groeneveld
- Zaaknummer
12/03264
- LJN
BZ6828
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Sociale zekerheid bijstand (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ6828, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2013
- Wetingang
Art. 3 lid 3 Wet werk en bijstand
Essentie
Gezamenlijke huishouding. Wederzijdse zorg. Aard van de relatie waaruit die zorg voortvloeit niet van belang
Samenvatting
Aan belanghebbende gedane uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) zijn teruggevorderd op de grond dat hij een gezamenlijke huishouding met A heeft gevoerd. Ook de Centrale Raad van Beroep was van oordeel dat sprake is geweest van een gezamenlijke huishouding.
HR: De feiten en omstandigheden die de Centrale Raad op basis van getuigenverklaringen aannemelijk heeft geacht en waarop hij zijn oordeel over het hoofdverblijf van belanghebbende en A heeft gebaseerd, zijn objectief en concreet van aard. Klachten tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.