Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/393:393 (Dringende) informatiebehoefte
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/393
393 (Dringende) informatiebehoefte
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS458280:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uit de historie kan de les worden geleerd dat het voorlopig getuigenverhoor voorziet in een dringende behoefte van de rechtspraktijk om voorafgaand aan de bewijsopdracht in de hoofdzaak feiten te kunnen achterhalen. Vanaf 1886 zijn de mogelijkheden van het voorlopig getuigenverhoor steeds uitgebreid in reactie op de wensen van de praktijk en ten behoeve van de waarheidsvinding en de efficiëntie. Ook in de ons omringende landen Duitsland, Engeland en Frankrijk blijkt van een trend om steeds meer ruimte te bieden aan mogelijkheden om de feiten in een vroeg stadium van het geschil vast te stellen, met inachtneming van het uitgangspunt van een doelmatig gebruik van deze mogelijkheden.
Aan het begin van de 21e eeuw besloot de Hoge Raad echter om de afwijzingsgronden uit te breiden en de lagere rechter ruimere mogelijkheden te geven om een voorlopig getuigenverhoor af te wijzen. Deze inperking is zeker niet ingegeven door een plotsklaps verminderde informatiebehoefte bij (potentiële) procespartijen. Juist het tegendeel kan worden opgemaakt uit de vlucht die het voorlopig getuigenverhoor heeft genomen aan het einde van de 20e eeuw, toen de mogelijkheden van het voorlopig getuigenverhoor na de laatste belangrijke wijzigingen in 1951 en 1988 door (potentiële) procespartijen ten volle konden worden benut. Het verzamelen van informatie ten behoeve van een procedure, dus ook het horen van getuigen in een voorlopig getuigenverhoor, is in de meeste zaken een gerechtvaardigde bezigheid; het gros van de verzoekers wenst niet meer informatie te verzamelen dan nodig om duidelijkheid te verkrijgen over de feiten die van belang zijn voor een eventueel te beginnen procedure. Het voorlopig getuigenverhoor wordt daarom ten onrechte vaak in een adem met fishing expeditions genoemd of gelinkt aan de Amerikaanse discovery-toestanden, met het gevaar dat ook het voorlopig getuigenverhoor zelf een verdacht middel wordt. Het voorlopig getuigenverhoor wordt doorgaans echter om de juiste redenen verzocht en de rechter heeft voldoende mogelijkheden om uitwassen tegen te gaan.