RI 2021/19
De faillissementsgijzeling kan worden geschorst; gedurende de schorsing loopt de termijn van de inbewaringstelling niet door.
HR 22-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:102
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 januari 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/03587
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS262211:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:102, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1088, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Inbewaringstelling. Faillissementsgijzeling.
De faillissementsgijzeling kan worden geschorst; gedurende de schorsing loopt de termijn van de inbewaringstelling niet door.
Samenvatting
X is bestuurder van twee BV’s, beide op 18 april 2018 failliet verklaard. Op 15 augustus 2018 wordt hij in bewaring (“faillissementsgijzeling”) gesteld. De rechtbank verlengt deze meermalen, laatstelijk tot 11 augustus 2019. Bij beschikking van 26 juli 2019 (zie RI 2019/77) schorst het gerechtshof de inbewaringstelling onder voorwaarden (o.a. inlevering paspoort, verplichting in Nederland te blijven en medewerking met de curator). Het hof bepaalt daarbij dat de curator en/of X zich uiterlijk 25 oktober 2019 tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.