RBP 2020/12
Faillissement. Wat zijn de processuele gevolgen van faillissement van een procespartij?
HR 06-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1917
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03786
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS186986:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1917, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:794, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑10‑2018
- Wetingang
Essentie
Faillissement. Schorsing procedure. Hoor en wederhoor.
Wat zijn de processuele gevolgen van faillissement van een procespartij?
Samenvatting
Aan deze zaak ligt een geschil tussen franchisenemers en een franchisegever ten grondslag. In eerste aanleg heeft de rechtbank vorderingen van de franchisenemers in conventie toegewezen. Naast betaling van geldbedragen betreffen dit onder meer vorderingen tot vernietiging van de franchiseovereenkomst wegens dwaling en bedrog en tot verklaring voor recht dat de franchisegever onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank heeft vorderingen van de franchisegever in reconventie afgewezen.
De franchisegever gaat in hoger beroep en neemt een memorie van grieven. Zij wordt daarna, maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.