RAR 2016/25
Pensioen. In hoeverre heeft een pensioenfonds een zorgplicht ten aanzien van de kennisgeving van de beëindiging van de vroegpensioenregeling en van het aanbod houdende een vervangende voorziening?
HR 06-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3229 (Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid/Bakel)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, V. van den Brink, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/02904
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Roepnaam
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid/Bakel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922572:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3229, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑05‑2014
- Wetingang
Art. 17 PSW
Essentie
Pensioen. Zorgplicht pensioenfonds.
In hoeverre heeft een pensioenfonds een zorgplicht ten aanzien van de kennisgeving van de beëindiging van de vroegpensioenregeling en van het aanbod houdende een vervangende voorziening?
Samenvatting
Verweerder nam verplicht deel aan een VUT-regeling en een vroegpensioenregeling. Per 1 januari 2006 is de deelname van alle deelnemers aan die regelingen beëindigd. Het vroegpensioenfonds heeft in maart 2006 alle deelnemers van de beide regelingen op de hoogte gesteld van het einde van de regelingen en het aanbod gedaan om op vrijwillige basis deel te nemen aan een ouderdomspensioenregeling en aanvullende regelingen. Verweerder heeft niet op dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.