Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2007/14/EG tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten
Artikel 11 Soorten financiële instrumenten die de houder ervan het recht verlenen om, uitsluitend op eigener beweging, aandelen te verwerven waaraan stemrechten zijn verbonden
Geldend
Geldend vanaf 26-11-2013
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 294 (uitgifte: 06-11-2013, regelingnummer: 2013/50/EU)
- Inwerkingtreding
26-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 294 (uitgifte: 06-11-2013, regelingnummer: 2013/50/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
(Artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2004/109/EG)
1.
Vervallen.
2.
Vervallen.
3.
De bij artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2004/109/EG vereiste kennisgeving bevat de volgende informatie:
- a)
de resulterende situatie wat de stemrechten betreft;
- b)
indien van toepassing, de keten van gecontroleerde ondernemingen via welke financiële instrumenten daadwerkelijk worden gehouden;
- c)
de datum waarop de drempelwaarde is bereikt of gepasseerd;
- d)
voor instrumenten met een uitoefeningsperiode: een vermelding van de datum of termijn waarop aandelen zullen of kunnen worden verworven, indien van toepassing;
- e)
verval- of expiratiedatum van het instrument;
- f)
identiteit van de houder;
- g)
naam van de onderliggende uitgevende instelling.
Voor de toepassing van punt a) wordt het percentage van de stemrechten berekend aan de hand van het totale aantal stemrechten en het totale kapitaal zoals ingevolge artikel 15 van Richtlijn 2004/109/EG door de uitgevende instelling het laatst is bekendgemaakt.
4.
De kennisgevingsperiode komt overeen met die van artikel 12, lid 2, van Richtlijn 2004/109/EG en de bijbehorende uitvoeringsvoorschriften.
5.
De kennisgeving wordt verricht aan de uitgevende instelling van het onderliggende aandeel en aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de betrokken uitgevende instelling.
Indien een financieel instrument op meer dan één onderliggend aandeel betrekking heeft, wordt aan elk van de uitgevende instellingen van de onderliggende aandelen apart kennis gegeven.