Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/636
Overheidsprivaatrecht. Kostenverhaal Staat op grond van onrechtmatige daad; meerkosten ten gevolge van opzettelijk onjuiste belastingaangiften; onaanvaardbare doorkruising publiekrecht?
HR 15-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:890
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 mei 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00374
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:890, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:47, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑01‑2020
- Wetingang
Art. 6:162 BW; AWR
Essentie
Overheidsprivaatrecht. Kostenverhaal Staat op grond van onrechtmatige daad; meerkosten ten gevolge van opzettelijk onjuiste belastingaangiften; onaanvaardbare doorkruising publiekrecht?
Samenvatting
De overheid kan voor de kosten die zij maakt bij de uitvoering van haar publieke taak verhaal nemen op privaatrechtelijke grondslag, zoals onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking, ook als de uitvoering van die taak geheel of ten dele publiekrechtelijk is geregeld. Dat is anders als de wet verhaal op die grondslag uitsluit dan wel de publiekrechtelijke regeling door verhaal op die grondslag onaanvaardbaar zou worden doorkruist (HR 11 december 1992, NJ 1994, 639, m.nt. M. Scheltema). ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.