NJB 2024/503
Uitleg rechterlijke uitspraak. In een bodemprocedure deelt de rechtbank een gezamenlijke woning toe aan de vrouw. Hangende het hoger beroep geven partijen hier uitvoering aan. In hoger beroep deelt het hof de woning alsnog toe aan de man, onder een opschortende voorwaarde. In dit executiekortgeding moet die opschortende voorwaarde worden uitgelegd. Hoge Raad: Zonder nadere motivering valt niet in te zien dat de in het arrest in de bodemprocedure bedoelde opschortende voorwaarde niet ook de terugbetaling zou omvatten van het bedrag dat de vrouw aan de man heeft betaald. Het ligt immers voor de hand dat het hof heeft beoogd dat partijen financieel in de positie zouden worden geplaatst als had de toedeling aan de vrouw niet plaatsgevonden.
HR 16-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:247
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2024
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/03555
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:247, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:770, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑09‑2023
- Wetingang
(art. 79 RO)
Essentie
Uitleg rechterlijke uitspraak. In een bodemprocedure deelt de rechtbank een gezamenlijke woning toe aan de vrouw. Hangende het hoger beroep geven partijen hier uitvoering aan. In hoger beroep deelt het hof de woning alsnog toe aan de man, onder een opschortende voorwaarde. In dit executiekortgeding moet die opschortende voorwaarde worden uitgelegd. Hoge Raad: Zonder nadere motivering valt niet in te zien dat de in het arrest in de bodemprocedure bedoelde opschortende voorwaarde niet ook de terugbetaling zou omvatten van het bedrag dat de vrouw aan de man heeft betaald. Het ligt immers voor de hand dat het hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.