NJ 2014/487
Voorbereiding: toereikend bewijs opzet op bestemming versnijdingsmiddelen.
HR 23-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2757, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 september 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, N. Jörg
- Zaaknummer
12/05550
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
N. Keijzer
- JCDI
JCDI:ADS161907:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2757, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1378, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2014
- Wetingang
Art. 10a Opiumwet
Essentie
Het hof kon oordelen dat de verdachte wist dat de 20 kg poedermengsels die hij met een vriend tegen betaling naar het buitenland zou brengen, bestemd was voor het bewerken van cocaïne en heroïne en dus om een feit cfm. art. 10 lid 4 Opiumwet te bevorderen of voor te bereiden, in aanmerking genomen dat hij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de poedermengsels de ‘illegale/criminele bestemming’ van het versnijden van drugs zouden hebben. A-G: anders.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 22 november ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.