RFR 2018/69
Ondertoezichtstelling. Staat het feit dat de gezaghebbend ouder bereid is tot acceptatie van noodzakelijke zorg, de ondertoezichtstelling in de weg?
HR 16-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:218
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/04060
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928765:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:218, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑08‑2017
- Wetingang
Art. 1:255 lid 1 onderdeel a BW
Essentie
Ondertoezichtstelling.
Kan een ondertoezichtstelling worden uitgesproken als de gezaghebbend ouder zich bereid verklaart de noodzakelijke zorg voor het wegnemen van de ontwikkelingsbedreiging te accepteren?
Samenvatting
Moeder heeft vijf kinderen. Het hof heeft onder andere de beslissingen van de kinderrechter tot ondertoezichtstelling van twee van haar minderjarige kinderen bekrachtigd. In cassatie klaagt moeder dat het hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting van de wettelijke vereisten van een ondertoezichtstelling. Volgens moeder heeft het hof de nadruk op het (onvoldoende) effect van de vrijwillige hulp, althans op het niet bereiken van de gestelde doelen gelegd, maar heeft het hof verzuimd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.