HR, 15-06-2018, nr. 17/05424
ECLI:NL:HR:2018:927
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15-06-2018
- Zaaknummer
17/05424
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:927, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑06‑2018; (Cassatie)
Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:RBZWB:2016:1041, Afwijzing
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2017:4320
- Vindplaatsen
NTFR 2018/1428
Uitspraak 15‑06‑2018
Inhoudsindicatie
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond (zie ECLI:NL:HR:2018:797).
Partij(en)
15 juni 2018
nr. 17/05424
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s‑Hertogenbosch van 6 oktober 2017, nr. 16/00283, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 15/951) betreffende de aan [X] te [Z] over het jaar 2010 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
2. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op grond van hetgeen is overwogen in het heden in de zaak met nummer 17/01894 uitgesproken arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2018:797), waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G. de Groot als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2018.
Van de Staatssecretaris van Financiën wordt een griffierecht geheven van € 501.