RFR 2021/57
GGZ. Maximale geldigheidsduur van voortgezette crisismaatregel en berekening einddatum zorgmachtiging.
HR 22-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:107
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 januari 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/03080
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS263944:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:107, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2020
- Wetingang
Essentie
GGZ.
Dient een betrokkene te worden gehoord over de periode van verlenging van de geldigheidsduur van de voortgezette crisismaatregel op grond van het indienen van een verzoek om een zorgmachtiging, waardoor de beslistermijn van de rechter van drie weken begint te lopen? Hoe dient de einddatum van een zorgmachtiging te worden berekend?
Samenvatting
Op de laatste dag van de voortgezette crisismaatregel dient de officier van justitie een verzoek om een zorgmachtiging in. Daarmee komt de voortgezette crisismaatregel niet te vervallen en gaat een nieuwe termijn lopen, namelijk de drie weken waarbinnen de rechter moet beslissen. De advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.