Einde inhoudsopgave
Besluit particuliere participatiemaatschappijen
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 11-05-1994
- Bronpublicatie:
18-03-1994, Stb. 1994, 318 (uitgifte: 10-05-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-05-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1994, Stb. 1994, 318 (uitgifte: 10-05-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De bank verstrekt op aanvraag een subsidie aan een erkende particuliere participatiemaatschappij, indien deze op een voor 1 januari 1996 verkregen participatie een verlies lijdt bij:
- a.
gehele of gedeeltelijke vervreemding van die participatie;
- b.
ontbinding van de vennootschap waarin de aanvrager die participatie heeft;
- c.
indien het een participatie betreft die bestaat uit een converteerbare achtergestelde lening, een in kracht van gewijsde gegane homologatie van een akkoord na de faillietverklaring of na de verlening van surséance van betaling van de vennootschap waarin de verzoeker die participatie heeft.
2.
Geen subsidie wordt verstrekt, indien ten tijde van de gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid, onder a, b of c, de participatie niet wordt geregistreerd door de bank.
3.
Geen subsidie wordt verstrekt, indien het verlies is geleden:
- a.
bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van de participatie aan een of meer personen, die op het tijdstip van de gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid, onder a, b of c, of op enig tijdstip in de daaraan voorafgaande twee jaar aandeelhouder waren van of in dienst waren van de aanvrager of betrokken waren bij het beleid of beheer van die aanvrager;
- b.
na inkoop van of terugbetaling door de vennootschap op aandelen die de aanvrager in de vennootschap houdt.
4.
Geen subsidie wordt verstrekt, indien ten tijde van de gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid, onder a, b of c, dan wel faillietverklaring van de vennootschap, minder dan een jaar is verlopen sedert de particuliere participatiemaatschappij de participatie heeft verkregen.
5.
In dit hoofdstuk wordt mede begrepen
- a.
onder een aandeelhouder: een vennoot en de natuurlijke persoon of rechtspersoon die uit hoofde van een onmiddellijk of middellijk aandeelhouderschap, lidmaatschap, bestuurslidmaatschap of soortgelijke kwaliteit overwegende zeggenschap over een aandeelhouder of een vennoot uitoefent, en
- b.
onder een bestuurder: een niet-commanditaire vennoot en de natuurlijke persoon of rechtspersoon die uit hoofde van een onmiddellijk of middellijk aandeelhouderschap, lidmaatschap, bestuurslidmaatschap of soortgelijke kwaliteit overwegende zeggenschap over een bestuurder of een niet-commanditaire vennoot uitoefent.