RF 2016/91
Zorgplicht. Heeft de Rabobank haar zorgplicht geschonden door in de gegeven omstandigheden van DGH geen aanvullende zekerheden te bedingen in de vorm van collateral? (Rabobank/DGH c.s.)
Rb. Den Haag 13-07-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:7841
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
13 juli 2016
- Magistraten
Mrs. L. Alwin, D.R. Glass, M.J. van Cleef-Metsaars
- Zaaknummer
C/09/413342 / HA ZA 12-224
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924587:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2016:7841, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 13‑07‑2016
ECLI:NL:RBDHA:2015:272, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 14‑01‑2015
- Wetingang
Art. 86 Bgfo; art. 7:401 BW
Essentie
Rentederivaten. Marginverplichtingen. Zorgplicht.
Heeft de Rabobank haar zorgplicht geschonden door in de gegeven omstandigheden van DGH geen aanvullende zekerheden te bedingen?
Samenvatting
DGH en X, bestuurder van DGH (hierna tezamen: DGH), hebben in de jaren 2005 tot en met 2010 bij de Rabobank rentederivaten afgesloten. Na september 2010 is DGH haar daarmee verband houdende verplichtingen niet meer nagekomen. Rabobank vordert de nakoming van de op DGH rustende betalingsverplichtingen. In het tussenvonnis is in reconventie geoordeeld dat de Rabobank uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de schade die DGH heeft geleden als gevolg van een aantal zorgplichtschendingen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.