NJB 2013/1795
Bestuursprocesrecht; beroep tegen niet tijdig beslissen. (i) interpretatie overgangsrecht Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, (ii) oordeel dat na eerdere dagvaarding van de Staat in een civiele procedure redelijkerwijs niet van belanghebbende kon worden gevergd dat zij het bestuursorgaan in gebreke stelde in de zin van artikel 6:12 Awb, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting (iii) reikwijdte verplichting tot ambtshalve beoordeling door Hof van ontvankelijkheid van beroep bij de Rechtbank (‘taakverdeling’ tussen Rechtbank en Hof?): (a) Hof is gehouden ambtshalve te beoordelen of tegen het uitblijven van een besluit beroep openstaat, en/maar (b) indien in hoger beroep geen geschil bestaat over de feitelijke grondslag van de beslissing van de Rechtbank dat het beroep ontvankelijk is, het Hof zelf geen feiten heeft vastgesteld waarmee die beslissing onverenigbaar zou zijn, en de beslissing van de Rechtbank geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, heeft het Hof niet de vrijheid om tot een ander oordeel te komen
HR 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:21
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2013
- Magistraten
Mrs. Feteris, Van Vliet, Lourens, Punt en Fierstra
- Zaaknummer
12/02259
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2013
ECLI:NL:HR:2013:21, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2013
- Wetingang
Essentie
Bestuursprocesrecht; beroep tegen niet tijdig beslissen. (i) interpretatie overgangsrecht Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, (ii) oordeel dat na eerdere dagvaarding van de Staat in een civiele procedure redelijkerwijs niet van belanghebbende kon worden gevergd dat zij het bestuursorgaan in gebreke stelde in de zin van artikel 6:12 Awb, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting (iii) reikwijdte verplichting tot ambtshalve beoordeling door Hof van ontvankelijkheid van beroep bij de Rechtbank (‘taakverdeling’ tussen Rechtbank en Hof?): (a) Hof is gehouden ambtshalve te beoordelen of tegen het uitblijven van een besluit beroep openstaat, en/maar (b) indien in hoger beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.