RvdW 2018/424
Klacht over het verzuim de tijd in voorarrest bij een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf af te trekken. Hoge Raad: art. 80a RO, met verwijzing naar de gronden die zijn vermeld in HR 19 maart 2013, NJ 2013/246.
HR 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:374
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/01483
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:374, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:59, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2018
Essentie
Klacht over het verzuim de tijd in voorarrest bij een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf af te trekken. Hoge Raad: art. 80a RO, met verwijzing naar de gronden die zijn vermeld in HR 19 maart 2013, NJ 2013/246.
Partij(en)
20 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/01483
MTI/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 15 maart 2016, nummer 22/002684-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1. Bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.