NJB 2021/3032
Rechtsmiddelenverbod. Doorbreking. Rechtsmiddelentermijn. Rechterlijk overgangsrecht. Hoge Raad: De termijn voor een rechtsmiddel waarmee doorbreking van het rechtsmiddelenverbod van art. 360 Fw wordt beoogd, wordt gesteld op acht dagen, ongeacht of het gaat om hoger beroep of cassatie. De Hoge Raad komt terug van HR 11 februari 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR6209. De Hoge Raad laat in dit geval niet-ontvankelijkverklaring achterwege. Hij verwerpt het cassatieberoep op de grond dat de gestelde doorbrekingsgrond zich niet voordoet.
HR 12-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1676
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 november 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02791
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1676, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:810, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Rechtsmiddelenverbod. Doorbreking. Rechtsmiddelentermijn. Rechterlijk overgangsrecht. Hoge Raad: De termijn voor een rechtsmiddel waarmee doorbreking van het rechtsmiddelenverbod van art. 360 Fw wordt beoogd, wordt gesteld op acht dagen, ongeacht of het gaat om hoger beroep of cassatie. De Hoge Raad komt terug van HR 11 februari 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR6209. De Hoge Raad laat in dit geval niet-ontvankelijkverklaring achterwege. Hij verwerpt het cassatieberoep op de grond dat de gestelde doorbrekingsgrond zich niet voordoet.
Partij(en)
S c.s., adv. mr. J. van Weerden, vs. de bewindvoerder, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Ten aanzien van S c.s. is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.