Gst. 2017/145
Delegatie van de verordenende bevoegdheid: de Centrale Raad oordeelt dat de essentialia-doctrine ook onder de Wmo 2015 van toepassing blijft
CRvB 17-05-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1803, m.nt. D. Corver en E.E. Schaake
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
17 mei 2017
- Magistraten
H.J. de Mooij, J. Brand en M.F. Wagner
- Zaaknummer
16/3344 WMO15
- Noot
D. Corver en E.E. Schaake
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS172026:1
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Individuele voorzieningen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2017:1803, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 17‑05‑2017
- Wetingang
(Art. 147, art. 156 Gemw; art. 2.1.3, art. 2.3.6 Wmo 2015)
Essentie
Delegatie van de verordenende bevoegdheid: de Centrale Raad oordeelt dat de essentialia-doctrine ook onder de Wmo 2015 van toepassing blijft
Samenvatting
Gemeenteraden moeten bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) terughoudend omgaan met het delegeren van bevoegdheden aan het college. Dit volgt uit de wetsgeschiedenis van de Wmo 2015. Hieruit leidt de Centrale Raad in zijn uitspraak van 17 mei 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:1803) af dat de essentialia van het voorzieningenpakket in de raadsverordening moeten worden vastgelegd. De Centrale Raad verwijst in dit verband naar rechtspraak onder de Wmo (2007) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.