NJ 2013/293
Ontneming. Wederrechtelijk verkregen voordeel uit witwassen onvoldoende gemotiveerd.
HR 19-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5217, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, J. Wortel, N. Jörg
- Zaaknummer
11/00007 P
- Conclusie
A-G mr. J. Silvis
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
BY5217
- JCDI
JCDI:ADS161677:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY5217, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY5217, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑04‑2012
- Wetingang
Essentie
Ontneming op grond van de bewezenverklaring van witwassen nu verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van geldbedragen waarvan hij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren. De opvatting dat de bedragen aan contant geld en banksaldi en het voor het verwerven van aandelen betaalde bedrag, nu zij voorwerp van het bewezenverklaarde misdrijf ‘witwassen’ waren, reeds daardoor wederrechtelijk verkregen voordeel vormden, is niet juist. Zonder nadere motivering is niet begrijpelijk dat de verdachte daadwerkelijk wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van het bewezenverklaarde ‘witwassen’. Dat die geldbedragen vermogensbestanddelen vormen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.