Rb. Amsterdam, 06-02-2008, nr. 374688 / HA ZA 07-1942 (AV)
ECLI:NL:RBAMS:2008:BC3781
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
06-02-2008
- Zaaknummer
374688 / HA ZA 07-1942 (AV)
- LJN
BC3781
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2008:BC3781, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 06‑02‑2008; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 06‑02‑2008
Inhoudsindicatie
Plaatsing in weekblad Party van foto's van Prinses Maxima en twee van haar dochters op een openbaar strand onrechtmatig bevonden. Niet in alle situaties is toestemming van betrokkenen of de Rijksvoorlichtingsdienst nodig. In dit geval leverden de foto's echter geen bijdrage aan enig publiek debat. Privacy-belangen wegen hier zwaarder dan het recht op vrije meningsuiting. Dit ook nu de foto's op een openbaar strand zijn genomen; het betrof namelijk een privé-activiteit van Prinses Maxima en twee van haar dochters. Wegens inbreuk op portretrecht immateriële schadevergoeding van € 3.000,- toegewezen. Echter geen sprake van veelvuldige inbreuken op het privéleven; verbod voor de toekomst daarom niet aan de orde.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 374688 / HA ZA 07-1942 (AV)
Vonnis van 6 februari 2008
in de zaak van
1. Zijne Koninklijke Hoogheid WILLEM-ALEXANDER, Prins van Oranje, Prins der Nederlanden, Prins van ORANJE-NASSAU, Jonkheer VAN AMSBERG, in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van zijn na te noemen minderjarige dochters,
2. Hare Koninklijke Hoogheid MÁXIMA, Prinses der Nederlanden, Prinses van ORANJE-NASSAU, Mevrouw VAN AMSBERG, mede in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochters:
3. Hare Koninklijke Hoogheid CATHARINA-AMALIA BEATRIX CARMEN VICTORIA, Prinses der Nederlanden, Prinses van ORANJE NASSAU, Jonkvrouwe VAN AMSBERG,
4. Hare Koninklijke Hoogheid ALEXIA JULIANA MARCELA LAURENTIEN,
Prinses der Nederlanden, Prinses van ORANJE NASSAU, Jonkvrouwe VAN AMSBERG,
allen wonende te Wassenaar,
eisers,
procureur mr. P.N. van Regteren Altena,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AUDAX B.V.,
gevestigd te Gilze,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARTY PUBLISHING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. [gedaagde 3],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
procureur mr. R.S. le Poole.
Eisers zullen hierna gezamenlijk eisers genoemd worden. Eiseres sub 2 zal hierna afzonderlijk ook worden aangeduid met Prinses Máxima, eiseres sub 3 met Prinses Amalia en eiseres sub 4 met Prinses Alexia. Gedaagden zullen hierna gezamenlijk gedaagden genoemd worden. Gedaagde sub 1 zal afzonderlijk ook worden aangeduid met Audax, gedaagde sub 2 met Party Publishing en gedaagde sub 3 met [gedaagde 3].
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaardingen, met bewijsstukken;
- -
de conclusie van antwoord, met bewijsstukken;
- -
het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 26 september 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- -
het proces-verbaal van comparitie van partijen van 11 december 2007 en de daarin vermelde stukken en/of proceshandelingen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Audax is (indirect) enig aandeelhoudster van Party Publishing en zij is daarvan ook directeur. Party Publishing is uitgever van het weekblad Party, van welk blad [gedaagde 3] hoofdredacteur is. Een dochtermaatschappij van Audax geeft het weekblad Weekend uit.
2.2.
Op de website van Party staat onder andere:
“Party behoort tot het gossipsegment en schrijft met name over bekende Nederlanders uit de wereld van de […] royalty […].”
2.3.
In de editie van Party nummer 24 van 12 juni 2007 staat op de voorpagina een foto van Prinses Máxima samen met Prinses Amalia en Prinses Alexia, die zich gezamenlijk op het strand bevinden. Bij de foto’s is als kop geplaatst: “MAXIMA GESTRAND” en als subkop: “EVEN GEWOON MAMA VOOR AMALIA EN ALEXIA”. In het rood is over een deel van de foto vermeld: “EXCLUSIEF”. In het midden van voornoemde editie van Party staan nog in totaal 4 foto’s waarop Prinses Máxima gezamenlijk met één of beiden van haar dochters staat afgebeeld, terwijl ze zitten of lopen op het strand.
2.4.
Bij de foto’s is een artikel geplaatst dat luidt:
“MÁXIMA: GEWOON MAMA OP HET STRAND…
Amalia en Alexia heerlijk aan het spelen in het zand!
Het kan allemaal niet op voor prinses Máxima. Nog maar net heeft ze haar 36-ste verjaardag gevierd of het volgende feestje stond alweer in haar agenda genoteerd: een dagje strand met dochters Amalia (3) en Alexia (bijna twee). Ondanks het feit dat de echtgenote van prins Willem-Alexander, na de bevalling van Prinses Ariane op 10 april 2007, pas op 25 juni weer aan het werk gaat, houdt haar zwangerschapsverlof de prinses niet gekluisterd aan haar paleis, Villa Eikenhorst in Wassenaar. Op het Wassenaarse strand was Máxima dan ook geen prinses of echtgenote. Nee, Máxima was even gewoon mama voor Amalia en Alexia. In het heerlijke lentezonnetje werd er gezongen, gelachen en niet te vergeten, werden de mooiste zandkastelen gebouwd. Prins Willem-Alexander ontbrak op het strand. Enkele weken geleden was hij al met zijn meiden naar Diergaarde Blijdorp in Rotterdam geweest. Naar verluidt, was hij nu thuis op Villa Eikenhorst samen met zijn moeder, koningin Beatrix, aan het genieten van zijn derde dochter en de achtste kleindochter van onze majesteit, Ariane. Dat papa even oppaste op de kleine meid kwam Máxima goed uit. De zorgen om de eerder geïnfecteerde luchtwegen van de prinses mochten even pas op de plaats maken om zorgeloos te genieten van het strandplezier van Amalia en Alexia…”
2.5.
In de editie van Party nummer 25 van 19 juni 2007 staat op de voorpagina in de rechterbovenhoek in een wit kader omlijnd met een zwarte rand tussen aanhalingstekens:
“EXCUSES PARTY AAN PRINSES MÁXIMA VOOR ONTOELAATBARE SCHENDING PRIVACY”.
In het midden van dezelfde editie van Party staat op ongeveer de helft van de pagina in eveneens een wit kader omlijnd met een zwarte rand:
“EXCUSES FOTO’S MAXIMA
In Party nr. 24 van vorige week hebben wij van prinses Máxima en haar beide dochtertjes prinses Amalia en prinses Alexia foto’s getoond.
Deze foto’s zijn door een fotograaf genomen op het openbare strand van Wassenaar (Wassenaarse Slag).
Party heeft begrip voor de opvatting van de Rijksvoorlichtingsdienst de onderhavige publicatie als een ernstige schending van de persoonlijke levenssfeer van prinses Máxima en haar beide dochters te beschouwen. Party legt zich dan ook bij dit oordeel neer.
Party verontschuldigt zich hierbij tegenover prinses Máxima en haar beide dochters.
Party zal in voorkomende gevallen en uiteraard met inachtneming van de heersende jurisprudentie de persoonlijke levenssfeer van prinses Máxima en haar beide dochters voortaan respecteren.”
2.6.
In voornoemde editie (Party nummer 25 van 19 juni 2007) is als hoofdredactioneel commentaar op de vierde pagina -voor zover relevant- het volgende artikel verschenen:
“NEDERLAND GENOOT VAN DE FOTO’S
Beste lezers, lieve lezeressen,
Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van pers zijn toch twee ongelooflijk waardevolle dingen in onze samenleving. En dan gebeurt het dat je hele leuke foto’s op je bureau krijgt van de prinses en haar kinderen op een openbaar strand. Vertederend, hartverwarmend en lief, zomaar op een mooie dag gemaakt door een fotograaf die er toevallig een andere reportage moest maken en ineens de prinses met haar dochters ontwaarde. Niets gestalk dus, maar voor de Rijks Verhinderings Dienst ontoelaatbare, ja zelfs ernstige schending van de privacy van de prinses en haar beide dochtertjes. Die zijn nog zo klein dat die er niet eens weet van hebben en die je niet eens kunt uitleggen wat schending van hun privacy is. Uit de reacties die we op de redactie binnen kregen, worden die foto’s erg gewaardeerd. Want lezers vinden het leuk om te zien dat de prinses ook gewoon moeder is die met de kinderen op het strand lekker tussen de mensen gaat zitten. Het is dan ook betreurenswaardig dat er bezwaar tegen wordt gemaakt. Als men toch privacy wil, stort een paar vrachtwagens zand in je tuin en maak je eigen strandje, want ruimte is er genoeg. Het moest mij toch even van het hart. […] Ik ga lekker naar het strand. Misschien kom ik Màxima nog tegen! Geniet ervan! [gedaagde 3]”
2.7.
In Story nummer 47 van 27 november 2007 en in Privé week 47 van 28 november 2007 zijn foto’s gepubliceerd waarop Prinses Máxima is afgebeeld samen met Prinses Amalia en Prinses Alexia die, tussen het publiek, samen staan te kijken naar de Sinterklaas intocht in Wassenaar. Voor publicatie van deze foto’s hebben eisers toestemming gegeven.
2.8.
De kantonrechter te ’s-Gravenhage heeft op 26 oktober 2007 machtiging verleend aan eisers sub 1 en 2 om namens Prinses Amalia en Prinses Alexia onderhavige procedure te voeren.
3. De vordering
3.1.
Eisers vorderen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- A.
te verklaren voor recht dat de publicatie door gedaagden in de editie van Party nummer 24 van 12 juni 2007 met de portretten van Prinses Máxima, Prinses Amalia en Prinses Alexia jegens hen onrechtmatig is;
- B.
gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van schade, op te maken bij staat;
- C.
gedaagden te verbieden voor een periode van twee jaren inbreuken te maken op het recht van Prinses Máxima en/of Prinses Amalia en/of Prinses Alexia op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer door het zonder toestemming openbaar maken en/of verveelvoudigen van hun portretten, indien en voor zover die openbaarmaking en/of verveelvoudiging niet voortspruit uit het publieke functioneren van Prinses Máxima, waarbij het volgens de rechtspraak is toegestaan beeldopnamen te maken en die te publiceren, één en ander behoudens indien sprake is van een maatschappelijk relevante privé-aangelegenheid en de publiciteit daarover op rechtmatige wijze een bijdrage levert aan een publiek debat over een kwestie van algemeen belang;
- D.
gedaagden te veroordelen voor iedere keer dat zij in strijd handelen met het onder C. gevorderde, aan eisers een dwangsom te betalen groot EUR 50.000,= voor iedere editie van Party waarin het portret van Prinses Máxima of één der eisers dochters wordt openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd, en een dwangsom van EUR 100.000,= voor iedere editie van Party, waarin het portret van Prinses Amalia en/of Prinses Alexia wordt openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd, alles tot een maximum van EUR 10 miljoen;
- E.
gedaagden te veroordelen in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Eisers gronden hun vordering op een onrechtmatige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer.
4. Het verweer
4.1.
Gedaagden hebben de vordering gemotiveerd betwist. Hun standpunt komt, voor zover relevant hierna aan de orde.
5. De beoordeling
5.1.
Nu vaststaat dat de gewraakte foto’s zijn gemaakt zonder een daartoe strekkende opdracht van eisers en zonder hun toestemming, is op grond van artikel 21 Auteurswet openbaarmaking daarvan niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van eisers zich tegen openbaarmaking verzet. Onder het redelijk belang van artikel 21 Auteurswet valt de bescherming van de geportretteerde tegen inbreuken op zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Indien een dergelijke inbreuk is gemaakt kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens de geportretteerde ook onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die, met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval, ertoe strekt na te gaan welk recht zwaarder weegt: dat van de geportretteerde gevrijwaard te blijven van inbreuken op zijn persoonlijke levenssfeer of dat van degene die het portret gepubliceerd heeft op vrijheid van meningsuiting. Bij die belangenafweging kan elke omstandigheid worden betrokken zoals de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, de persoon om wie het gaat, de juistheid van de (bijgaande) informatie, de context waarin het portret werd gepubliceerd, de plaats waar en de wijze waarop de foto tot stand kwam en het maatschappelijk belang van de desbetreffende publicatie, waarbij heeft te gelden dat publieke figuren meer hebben te dulden dan andere personen.
5.2.
De rechtbank stelt voorop dat eisers als publieke figuren aandacht van de media hebben te dulden, maar toch ook weer niet vogelvrij zijn. Het bevredigen van de nieuwsgierigheid van delen van de bevolking weegt niet zwaarder dan het recht op bescherming van de privacy waar ook publieke figuren onmiskenbaar recht op hebben. Het voorgaande betekent echter niet dat van eisers alleen foto’s zouden mogen worden gepubliceerd met voorafgaande toestemming van eisers (dan wel in hun verlengde van de Rijksvoorlichtingsdienst). De media heeft geen toestemming nodig van eisers om foto’s te plaatsen die een bijdrage aan het publiek debat leveren. In dat geval kan het recht op bescherming van de privacy van eisers minder zwaar wegen dan het recht op vrijheid van meningsuiting van de media.
5.3.
De foto’s die zijn gepubliceerd in Party nummer 24 van 12 juni 2007, leveren echter geen bijdrage aan het publiek debat. Dat lezers van Party het “leuk” vinden om te zien dat Prinses Máxima ook “gewoon moeder is” vormt geen rechtens te respecteren belang die een rechtvaardiging kan opleveren voor een inbreuk als de onderhavige op de privacy van Prinses Máxima en haar twee dochters. Het voorgaande betekent dat het onder 3.1. sub A gevorderde -voor zover de vordering betrekking heeft op Party Publishing en [gedaagde 3]- zal worden toegewezen.
5.4.
De omstandigheid dat de onderhavige foto’s zijn genomen terwijl Prinses Máxima en haar twee dochters zich op een openbaar strand bevonden temidden van het overige strandpubliek alwaar zij zijn gefotografeerd door een toevallig aanwezige fotograaf (dit in tegenstelling tot hetgeen het geval was in de zaak van Rb Amsterdam 29 maart 2006, 326290 / HA ZA 05-2837; LJN: AV7581), maakt het voorgaande niet anders. Indien eisers zich op openbare plaatsen begeven, zullen zij hebben te dulden dat er enkele foto’s van hen zullen worden gemaakt door het aldaar aanwezige publiek. Niet hoeven zij te dulden (of ze nu aanwezig zijn op een openbaar of publiek strand) dat er van duidelijke privé-activiteiten door (pers)fotografen foto’s van hen worden gemaakt die daarna ook worden gepubliceerd. Dat zou een vorm van “harassment” zijn die een grote inbreuk maakt op hun recht op privacy (zie ook voornoemd vonnis van 29 maart 2006), een en ander uiteraard behoudens de aanwezigheid van een rechtens te respecteren belang bij publicatie zoals een bijdrage aan het publiek debat. Dat de betreffende fotograaf toevallig op het strand aanwezig was maakt dit niet anders.
5.5.
Omtrent het door gedaagden aangevoerde voorbeeld van de foto’s die zijn gepubliceerd in dagbladen waarop eisers staan afgebeeld die juichend op de tribune kijken naar het Olympisch schaatsen in Turijn, tegen welke foto’s eisers geen bezwaar hebben geuit, geldt het volgende. De Olympische Spelen zijn een duidelijk publiek evenement, evenals de hiervoor onder 2.7 genoemde intocht van Sinterklaas, waarbij eisers hebben te dulden dat er foto’s van hen worden gemaakt en gepubliceerd. Het verschil met de onderhavige foto’s is gelegen in de duidelijke privé-sfeer waarin Prinses Máxima en haar twee dochters zich bevonden ten tijde van het maken van de foto’s op het strand in Wassenaar. Een moment van huiselijkheid buiten de deur waarbij zij niet bedacht hoeven te zijn dat er foto’s op dat moment worden gemaakt die vervolgens worden gepubliceerd. In dit soort gevallen gaat het recht van eisers op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer voor op het recht van gedaagden en overige media op uitingsvrijheid.
5.6.
Met betrekking tot de vordering jegens Audax geldt het volgende. Gelet op de toelichting van de advocaat van eisers ter comparitie, hebben eisers beoogd om door middel van het dagen van Audax ook een verbod jegens de overige dochtervennootschappen van Audax te bewerkstelligen. Nog daargelaten het antwoord op de vraag of dit verbod zal worden toegewezen (zie hierna) is de rechtbank van oordeel dat de vordering jegens Audax dient te worden afgewezen. Het gaat in de onderhavige procedure om de foto’s die zijn gepubliceerd in Party. Voor publicatie van deze foto’s is de uitgever van Party, zijnde Party Publishing aansprakelijk. Ook de hoofdredacteur van Party is, als eindverantwoordelijke, voor deze publicatie aansprakelijk. Audax als moedermaatschappij van Party Publishing is dat in beginsel niet. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de moedermaatschappij van Party Publishing wel aansprakelijk zou zijn, is niets gesteld noch gebleken. Het enkele feit dat er voorafgaand aan onderhavige procedure is gecorrespondeerd over deze procedure door de jurist in dienst van Audax met de Rijksvoorlichtingsdienst, is hiertoe in ieder geval onvoldoende. Dat een holding juridische bijstand verleend aan dochtervennootschappen, maakt niet dat zij aansprakelijk gehouden kan worden voor het handelen van die dochtervennootschappen.
5.7.
De gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure zal worden afgewezen. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht om de schade reeds nu te begroten. Wegens de onrechtmatige inbreuk op het privé-leven van Prinses Máxima, Prinses Amalia en Prinses Alexia acht de rechtbank een bedrag van EUR 1.000,= per persoon, derhalve in totaal EUR 3.000,= aan immateriële schadevergoeding in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat de foto’s onschuldige taferelen tonen en dat van een negatieve teneur of strekking geen sprake is. De omstandigheid dat Party Publishing hangende deze procedure is uitgesloten door eisers van mediamomenten maakt niet dat gedaagden geen immateriële schadevergoeding verschuldigd zijn. De immateriële schadevergoeding is verschuldigd vanwege de publicatie van onderhavige foto’s. De verschuldigdheid van immateriële schadevergoeding staat derhalve los van de uitsluiting van mediamomenten. Ook de omstandigheid dat in Party nummer 25 van 19 juni 2007 (zie hiervoor onder 2.5) excuses zijn aangeboden door Party Publishing aan eisers, heeft geen invloed op de verschuldigde immateriële schadevergoeding reeds omdat in dezelfde editie door het hoofdredactioneel commentaar (zie hiervoor onder 2.6) de excuses worden ontkracht. Tenslotte geldt ten aanzien van de materiële schade dat nu gesteld noch gebleken is dat eisers materiële schade hebben geleden, daarvoor geen bedrag kan worden toegekend.
5.8.
Het onder 3.1. sub C gevorderde zal de rechtbank afwijzen. In tegenstelling tot hetgeen de rechtbank in de zaak van 29 maart 2006 (LJN: AV7581, rechtbank Amsterdam 326290 / HA ZA 05-2837) heeft overwogen, is in het onderhavige geval geen sprake van veelvuldige inbreuken op het privé-leven van eisers door gedaagden. Een verbod voor de toekomst acht de rechtbank op dit moment dan ook een te grote beperking van de vrijheid van meningsuiting van gedaagden. Het voorgaande heeft eveneens te gelden voor het onder 3.1. sub D gevorderde.
5.9.
Tenslotte geldt ten aanzien van de proceskosten het volgende. Eisers hebben bij gelegenheid van comparitie gevraagd wegens inbreuk op het portretrecht de proceskostenveroordeling van artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) toe te passen, omdat het portretrecht in de Auteurswet is geregeld. Gedaagden hebben dit gemotiveerd betwist. Nog daargelaten het antwoord op de vraag of de volledige proceskostenveroordeling die eisers voorstaan een vermeerdering van eis zou betekenen als bedoeld in artikel 130 Rv alsmede het antwoord op de vraag of de raadsman van eisers dit verzoek op de zitting nog (tijdig) kon doen, hetgeen door gedaagden gemotiveerd is betwist, zal de rechtbank de veroordeling tot betaling van de volledige proceskosten afwijzen. Zoals deze rechtbank bij vonnis van 5 december 2007 reeds heeft overwogen (Rb Amsterdam 5 december 2007, 363503 / HA ZA 07-556) betreft een vordering wegens inbreuk op het portretrecht, zoals in het onderhavige geval is vastgesteld, geen vordering die is gericht op handhaving van een recht van intellectuele eigendom als bedoeld in artikel 1019 Rv. Dat het portretrecht is neergelegd in de Auteurswet 1912 doet niet af aan de omstandigheid dat het moet worden gezien als een species van de “gewone” onrechtmatige daad.
5.10.
Party Publishing en [gedaagde 3] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- -
dagvaarding EUR 84,31
- -
vast recht 251,00
- -
salaris procureur 904,00 (2,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.239,31
5.11.
Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van Audax worden veroordeeld, welke de rechtbank begroot op nihil.
6. De beslissing
De rechtbank
6.1.
veroordeelt Party Publishing en [gedaagde 3] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan eisers te betalen een bedrag van EUR 3.000,00 (drieduizend euro),
6.2.
veroordeelt Party Publishing en [gedaagde 3] in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op EUR 1.239,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Voetelink en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2008.?