Einde inhoudsopgave
Wet tegemoetkomingen loondomein
Artikel 2.11 Doelgroepverklaring
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2016, Stb. 2016, 471 (uitgifte: 07-12-2016, kamerstukken: 34528)
23-12-2015, Stb. 2015, 542 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken: 34304)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, Stb. 2017, 272 (uitgifte: 23-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
14-06-2017, Stb. 2017, 272 (uitgifte: 23-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van dit artikel (23-12-2015, Stb. 542). Inwerkingtreding voorheen: 01-01-2017, vastgesteld bij het KB van 26-11-2016, Stb. 472.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Algemeen
Fiscale wetsvoorstellen (V)
1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt uitsluitend aan degene die een dienstbetrekking met een werkgever aangaat en, met inachtneming van artikel 2.10, tweede en derde lid, voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onderdelen a en b, op diens verzoek een verklaring dat de aanvrager aan de genoemde voorwaarden voldoet. Indien de doelgroepverklaring niet kan worden verstrekt, wordt het besluit tot weigering uitsluitend verstrekt aan de aanvrager van de doelgroepverklaring. De doelgroepverklaring wordt aangevraagd binnen drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking. Bij regeling van Onze Minister van Financiën kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nadere regels worden gesteld met betrekking tot de geldigheid van de doelgroepverklaring, bedoeld in de eerste volzin.
2.
De werkgever bewaart de doelgroepverklaring, bedoeld in het eerste lid, bij de loonadministratie.