NJB 2018/1377:Verbeurdverklaring van een dier, art. 33a Sr: onjuist is de opvatting dat een hond, zijnde een dier waarvan ingevolge art. 1.3 lid 1 Wet dieren de intrinsieke waarde wordt erkend, niet kan worden aangemerkt als een voorwerp dat vatbaar is voor verbeurdverklaring als bedoeld in art. 33a Sr