Gst. 2020/39
Beweiding moet in een aan een bestemmingsplan ten grondslag te leggen passende beoordeling worden betrokken, indien het bestemmingsplan voorziet in een toename van de beweiding ten opzichte van de referentiesituatie en het stalsysteem van de betrokken melkveehouderij beweiding impliceert.
ABRvS 09-10-2019, ECLI:NL:RVS:2019:3417, m.nt. S.D.P. Kole
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
9 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. Hoekstra, B.P.M. van Ravels en E.A. Minderhoud
- Zaaknummer
201709763/1/R2
- Noot
S.D.P. Kole
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS193122:1
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:3417, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 09‑10‑2019
- Wetingang
Essentie
Beweiding moet in een aan een bestemmingsplan ten grondslag te leggen passende beoordeling worden betrokken, indien het bestemmingsplan voorziet in een toename van de beweiding ten opzichte van de referentiesituatie en het stalsysteem van de betrokken melkveehouderij beweiding impliceert.
Samenvatting
De Afdeling heeft in de uitspraak van 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1604 overwogen dat het weiden van vee door een melkveehouderij onlosmakelijk samenhangt met de oprichting, uitbreiding of exploitatie van de stallen waarin het melkvee wordt gehouden. Dit betekent dat naar aanleiding van een aanvraag om een natuurvergunning voor het oprichten, exploiteren of wijzigen van een veehouderij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.