NJ 2011/195
Betekening aan kantoor raadsman is niet rechtsgeldig. Gevolg onherroepelijke verbeurdverklaring in de cassatiefase.
HR 19-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BM0781
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/00944 B
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BM0781
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BM0781, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BM0781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑02‑2009
- Wetingang
Essentie
Nu klager geen vaste woon- of verblijfplaats hier te lande had, had de beschikking aan de griffier van de rechtbank dienen te worden uitgereikt. De uitreiking aan het kantooradres van de raadsman kan niet als een rechtsgeldige betekening worden aangemerkt. Anders dan in NJ 1995/188 gaat in casu niet om een rechtspersoon, waarvoor ten aanzien van kennisgeving en betekening van gerechtelijke mededelingen in art. 529 Sv een van art. 588 Sv afwijkende regeling is getroffen.
2. Het vonnis met daarin de verbeurdverklaring van het geldbedrag is in de cassatiefase van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.