Wet schadefonds olietankschepen BES
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stb. 2018, 487 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken: 34987)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2018, Stb. 2018, 488 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Vervoersrecht / Zeevervoer
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
- b.
Verdrag: het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994, 228 );
- c.
Fonds: het Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, bedoeld in artikel 2 van het Verdrag;
- d.
Aansprakelijkheidsverdrag 1992: het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994, 229 );
- e.
‘Aanvullend Fonds’: het Internationaal Aanvullend Fonds voor de vergoeding van schade door verontreiniging door olie, bedoeld in artikel 2 van het op 16 mei 2003 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 2004, 196).
2.
In het bepaalde bij of krachtens deze wet wordt onder schip, persoon, eigenaar, bijdragende olie, ton en garant verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Verdrag.
3.
Onder geassocieerde personen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag, worden verstaan:
- a.
personen die met elkaar zijn verbonden, doordat de één aan de ander voor eigen rekening rechtstreeks of middellijk meer dan de helft van het kapitaal verschaft, al dan niet tezamen met één of meer andere personen met wie hij in eenzelfde groep is verbonden of met wie hij een onderlinge regeling tot samenwerking heeft;
- b.
personen die met elkaar in één groep zijn verbonden.