NJ 2021/320
Schuldsanering. Procesrecht. Van rechtswege intreden faillissement na beëindiging schuldsaneringsregeling?; betekenis art. 350 lid 5 Fw. Mogelijkheid herstel einduitspraak; art. 31 en 32 Rv; gesloten stelsel rechtsmiddelen.
HR 05-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:351, m.nt. F.M.J. Verstijlen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, G. Snijders, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
20/01989
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Noot
F.M.J. Verstijlen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS295466:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:595, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑04‑2021
ECLI:NL:HR:2021:351, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:928, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2020
- Wetingang
Samenvatting
Art. 350 lid 5 Fw bepaalt dat indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt beëindigd op grond van art. 350 lid 3, onder c tot en met g, Fw en er baten beschikbaar zijn om daaruit vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen, de schuldenaar van rechtswege in staat van faillissement verkeert zodra de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.