NJB 2015/306
Vermogensrechtelijke afwikkeling na echtscheiding. Beslissing op het petitum. HR: Het hof heeft niet deugdelijk gemotiveerd beslist op een deel van de verzoeken. Verder heeft het hof ten onrechte geen nieuwe termijn bepaald voor voldoening aan een door de rechtbank gestelde voorwaarde
HR 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:181
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 januari 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/06400
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:181, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1907, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2014
- Wetingang
(Rv art. 23)
Essentie
Vermogensrechtelijke afwikkeling na echtscheiding. Beslissing op het petitum. HR: Het hof heeft niet deugdelijk gemotiveerd beslist op een deel van de verzoeken. Verder heeft het hof ten onrechte geen nieuwe termijn bepaald voor voldoening aan een door de rechtbank gestelde voorwaarde
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. P.S. Kamminga, vs. de man, adv. mr. S. Kousedghi.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Partijen zijn in 1986 gehuwd en in 2012 gescheiden.
In dit geding hebben partijen verzoeken gedaan in verband met de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk. Voor zover in cassatie van belang, gaat het om de verdeling van het saldo ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.