V-N 2020/25.17
Uitlatingen UWV volgens A-G bindend voor inspecteur
HR (A-G) 02-04-2020, ECLI:NL:PHR:2020:316, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
2 april 2020
- Zaaknummer
19/02177
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS201071:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1069, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:316, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑04‑2020
- Wetingang
art. 38 Wfsv
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat de uitlatingen van het UWV zijn aan te merken als een, op basis van voldoende relevante informatie gegeven, bewuste standpuntbepaling. De uitkering van de ex-werknemer mag dus op geen enkele wijze doorwerken in de hoogte van de premies ten laste van de werkgever.
Samenvatting
X bv ontslaat in 2012 een werknemer die verwijtbaar niet wil meewerken aan zijn re-integratie. Aan de ex-werknemer wordt begin 2013 een WGA-uitkering toegekend. X bv ontvangt hiervan bericht en tekent direct bezwaar aan. Zij wil als eigenrisicohouder niet voor de kosten van de uitkering opdraaien. Volgens het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.